Historie van De Karel
De vereniging bestaat meer dan honderd jaar. Dat is een respectabele leeftijd. Dat betekent ook dat er maar weinig mensen zullen zijn die precies weten hoe De Karel is ontstaan. Gelukkig zijn er in het verleden mensen geweest die net zo trots op de vereniging waren als veel mensen nu nog steeds zijn. Zij hebben de historie vastgelegd. Eén van hen is Gerrit Verkuyl. Hij schreef een artikel over het ontstaan van de vereniging wat gepubliceerd is tijdens het 90 jarig bestaan van de vereniging. Hieronder treft u het artikel aan.
Aan het begin van deze eeuw had Zaltbommel al wel een tijdje een muziekvereniging. Nu had Zaltbommel ook een clubje trotse schutters, inclusief hoornblazers. De leden van deze club, schietvereniging Karel van der Heyden, hielden wel van een stukje muziek en ze richtten hun aandacht op het oprichten van een tweede, eigen, muziekvereniging in Zaltbommel. Die kwam er dus bijna honderd jaar geleden. Harmonie Kapel Generaal Karel van der Heyden.
Uit de in 1900 opgerichte Zaltbommelse schietvereniging Generaal Karel van der Heyden ontstond een weerbaarheidskorps dat onder leiding van een onderofficier uit Den Bosch exercitieoefeningen hield in de school aan de Zandstraat. De zogenaamde kamerschiet-oefeningen vonden plaats in de bovenzaal van het cafékoffiehuis naast het stadhuis op de markt. Voorafgegaan door twee hoornblazers trokken de Bommelse schutters op zondagmorgen naar de schietbaan langs de stadsdijk. Als clubgebouw diende café Het Wapen van Gelderland van Lou Ekelmans. In dit monumentale pand op de hoek van de Markt en de Waterstraat is tegenwoordig een slijterij gevestigd.
Sponsoring
Ekelmans, die behalve kastelein ook nog bierhandelaar en schildersaannemer was, onderzocht samen met de heer Van Peuten de mogelijkheden om te komen tot een tweede muziekvereniging. Hun contact met de stadsbeiaardier en muziekleraar Peerbolte leidde er toe dat op 26 september 1902 de ‘Bommelse muziek’ een feit werd. Net als tegenwoordig was er kennelijk ook aan het begin van deze eeuw sprake van sponsoring. Omdat ‘De Karel’ niet over geld beschikte om instrumenten aan te kopen, werd contact opgenomen met steenfabrikant Van der Elst. Deze had een ‘eigen’ fanfare, waar de klad in was gekomen en daarom stelde hij veertien instrumenten beschikbaar. De repetities vonden plaats op de zolder van een pakhuis in de Lange Strikstraat. ’s Winters was het daar soms zo koud dat de ventielen van de instrumenten bevroren. De Karel-muziekanten lieten zich daardoor niet van de wijs brengen en oefenden stug door op de veelal moeilijke muziek, die Peerbolte zelf schreef. Zwaar gepikeerd was deze rasmusicus toen hij hoorde van een paar bestuursleden dat in Den Bosch, bij het oplaten van een luchtballon, een muziekkorps dat pas een half jaar bestond, zulke leuke walsen en marsen speelde. Peerbolte voelde er ondanks de aandrang niets voor om zijn repertoire te veranderen. De spanning liep zo hoog op dat hij zijn dirigeerstokje erbij neerlegde.
45 jaar
Peerbolte werd opgevolgd door J. Hermans, de onderdirigent van het Muziekkorps van het Tweede Regiment Infanterie in Den Bosch. Hermans kreeg een proeftijd van drie maanden maar die liep uit tot een dienstverband van 45 jaar. Onder zijn leiding bereikte de Zaltbommelse muziekvereniging, die van een fanfare werd omgezet in een harmonie, grote hoogte. Hoogtepunt was ongetwijfeld in 1922 de deelname aan het Nationaal Concours in Den Haag. DeKarel haalde daar in de ereafdeling een eerste prijs met het hoogste aantal punten. Tevens werd daarbij de Directeursprijs in de wacht gesleept. Een en ander werd ondermeer bekroond met een medaille die door Koningin Wilhelmina beschikbaar was gesteld.
<
Zware slag
Een grote en gevoelige slag werd De Karel in de oorlogsjaren toegebracht. Tijdens de evacuatie gingen veel instrumenten verloren. Het vaandel was er echter nog en daaromheen begonnen de leden in 1945 vol animo aan de werdopstanding van hun vereniging. Voordat de inmiddels bejaard geworden dirigent Hermans afscheid nam, werd in 1947 nog eenmaal aan het Groot Nationaal Concours in ’s-Gravezande meegedaan. Daar haalde de Bommelse harmonie een eerste prijs in de afdeling “superieur”. Hermans werd in 1948 opgevolgd door dirigent H. Moors uit Vlijmen. Voor de Bommelse muzikanten, die bijna een halve eeuw aan de krijgshaftige Hermans gewend waren, was het wel even wennen aan de meer zachtmoedige nieuwe muzikale leider. Toen ze toch vrij snel op elkaar waren ingespeeld haalde de harmonie onder leiding van Moord in 1949 opnieuw een eerste prijs in de Superieure afdeling bij een Groot Landelijk Concours in Vierlingsbeek.
Problemen
Omdat de Karel-muzikanten nog steeds in hun burgerkloffie optraden werd er in 1949 op initiatief van de heer L. Wille een uniformactie op touw gezet. Door allerlei strubbelingen duurde het tot 1955 voordat De Karel in het pak kon worden gestoken. Inmiddels ging het met de harmonie, net als met vele muziek- en zangverenigingen elders, hollend achteruit. De televisie trok meer en meer de aandacht en bovendien waren de meeste leden het niet eens met het veelal klassieke repertoire van Moors. Gevolg daarvan was dat de repetities steeds slechter bezocht werden. Een poging om te fuseren met Euterpe, de ‘andere’ muziekvereniging uit Zaltbommel, mislukte. Moors die in 1966 om gezondheidsredenen als dirigent stopte, werd opgevolgd door Van Gool uit Tilburg. Ook hij slaagde er niet in zijn enthousiasme op het sterk geslonken ledenbestand over te brengen. In 1966 zag hij het niet meer zitten. Van Gool liep midden tijdens een repetitie weg om niet meer naar Bommel te komen. Het einde leek in zicht maar voorzitter Leen Rombeek slaagde erin de militaire beroepsmusicus Henk Jansen uit Zaltbommel als dirigent te strikken. Jansen leidde toen al met veel succes de inmiddels geformeerde drumband van De Karel. Het bewijs van de wederopstanding werd in 1967 geleverd toen De Karel op een grandioze manier medewerking verleende aan de Grote Taptoe in Zaltbommel. In 1972 werd het vaandel, dat in 1905 door de familie Ekelmans beschikbaar was gesteld, door een nieuw vervangen. Er konden toen ook weer, dankzij de offerbereidheid van de Bommelaars, nieuwe uniformen gekocht worden. Na nog een aantal tegenslagen en dirigent wisselingen raakte de harmoniekapel Generaal Karel van der Heyden rond 1990, met zo’n 50 muzikanten en een behoorlijk aantal leerlingen, onder leiding van Ad van der Pas weer in rustig vaarwater.
Heden
Inmiddels is Ad van der Pas niet langer dirigent meer. Hij werd opgevolgd door Karel van Dee. Helaas moest Karel van Dee in 1996, vanwege gezondheidsproblemen afscheid nemen. Na het vertrek van Karel van Dee, kwam De Karel onder leiding van Bert Langeler. Met Bert Langeler begon De Karel weer volop aan de weg gaan timmeren, wat destijds voor de vereniging erg veel opgeleverd heeft. Bert Langeler is naar het buitenland verhuisd om daar zijn muzikale toekomst verder op te bouwen. Een bekende naam en iemand die zich ook zeker voor de vereniging in wilde zetten, was Kees Teuling uit Rijswijk(NB). Kees heeft De Karel 10 jaar lang erg goed ondersteund en ervoor gezorgd dat de vereniging op een leuke manier is blijven bestaan. Kees was een echt verenigingsmens. Onder zijn leiding is de ernstig geslonken vereniging toch in staat met weinig muzikanten zo veel mogelijk optredens te geven. Nu staat de harmonie onder de bezielende leiding van Dirigent Alphons van Stenis. Meer over Alphons vind je hier.